Kerkuil infoVerzwakte of gewonde kerkuil gevonden?
DE VERSPREIDING VAN DE KERKUILDe Kerkuil met zijn 35 soorten is over een groot deel van de aarde verspreid. Ze komen voor in open en half-open landschappen. In bergachtige gebieden is de Kerkuil zeldzaam en hij ontbreekt op die plaatsen waar ’s winters gemiddeld meer dan 40 dagen sneeuw ligt met een minimum hoogte van zo'n 7 cm.
a)Tyto alba guttata
DE GELUIDEN VAN DE KERKUILVoor uilen zijn geluiden van groot belang. Het is het enige contact dat ze met elkaar hebben. Aan de geluiden herkennen ze elkaar. Bij de Kerkuil zijn 18 soorten geluiden vastgesteld. De geluiden kunnen verdeeld worden in een vijftal groepen: baltsgeluiden, verdedigingsgeluiden, bedel- en voedergeluiden, sociale contactgeluiden en geluiden van de jongen. Enkele van de meest voorkomende geluiden zijn: De baltsroep (ijselijke schreeuw) De baltsroep, die uit een ijselijk, luid gekrijs bestaat, is het meest indrukwekkende geluid, dat het mannetje in de vlucht laat horen. Het is de eigenlijke zang van de Kerkuil. De “schreeuw” is op honderden meters hoorbaar. Het mannetje laat zo duidelijk horen dat hij aanwezig is en een territorium bezit. Ongepaarde mannetjes roepen zeer frequent gedurende lange tijd. De baltsroep van het Mannetje
Het vrouwtje speelt echter een ondergeschikte rol tijdens de balts. Blazen Blazen is het karakteristieke geluid van de jongen. Zodra de zon is ondergegaan, produceren de jongen het monotome geluid op de nestplaats. Afhankelijk van de leeftijd en de voedselbehoefte blaast een jong 5-60 keer per minuut. Behalve de jongen blaast het wijfje ook regelmatig. Het is de contactroep met de jongen. Vlak voor het leggen van het eerste ei blaast het wijfje veelvuldig (=bedelgedrag) met als gevolg dat het mannetje voedsel brengt. Zowel volwassen als jonge uilen laten bij gevaar een langgerekt blazen horen. Het is een dreigend geluid, dat twee tot tien seconden kan aanhouden. Dit geluid werkt aanstekelijk: zodra één van de nestjongen begint te blazen, valt de rest van de aanwezige jongen in. Ongetwijfeld zal het agressieve geblaas van alle uilen indruk maken op de indringer.
Tsjirpen Het eerste geluid dat een jonge Kerkuil laat horen, wanneer het uit het ei is gekomen, is een “rinkelend” getsjilp, gecombineerd met piepende, krassende en klokkende kreten: tsjirpen. Het geluid wordt veelal gehoord vlak vóór, tijdens en na het voeren van de jongen door het wijfje. Tegen het einde van de eerste levensweek krijgt het blazen geleidelijk de overhand. Tongklikken Bij naderend gevaar laat het jong, naast het blazen, “tongklikken” horen: het slikt als het ware de tong in, waardoor de boven- en ondersnavel op elkaar klappen. Het tongklikken wordt vaak afgewisseld met een sissend geluid, waarbij de snavel licht geopend is.
|
Laatste nieuws |
Contactgegevens |
Deel deze pagina |
Contact
Stichting Kerkuilenwerkgroep Nederland op Social media | Laat een bericht achter | ZoekenAanmelden digitale nieuwsbrief.De nieuwbrief verschijnt niet op een vast tijdstip maar wel met enige regelmaat.
Meld u via deze link aan voor onze digitale nieuwsbrief.
|